Als klein kind ontstaat het al. De goed bedoelde boodschappen die je van je ouders krijgt als jij boos was: "Doe maar rustig!", "Niet zo boos doen!", "Hou ermee op!"

 

Door deze signalen hebben we eigenlijk geleerd dat boosheid niet oké is.  Wat we als kind hiermee doen is onze boosheid onderdrukken. We gaan ons daardoor aanpassen. Hierdoor loop onze emmer vaak vol. Met als gevolg dat we vaak ons onbedoeld, met heel veel lading de boosheid uiten als we getriggerd worden als er een grens wordt overschreden. Doordat we de emmer met heel veel lading uiten, is het lastig voor een ander om deze te ontvangen. De ontvanger begrijpt het niet en zal dit als een vorm van oordeel ervaren.

 

Boosheid hebben we allemaal en dat gevoel ken je vast. In de meeste gevallen gaat het over niets meer dan het aangeven van onze grenzen en daarmee heeft boosheid een beschermend karakter.

​

Vaak is boosheid of woede een reactie op een situatie waarin het niet meer gaat zoals wij willen en op deze manier de controle weer proberen terug te krijgen. Wat niet altijd lukt. Het gaat dan om een onvervulde behoefte en vraagt daarmee om een nieuwe aanpassing. Daaronder zitten gevoelens van onmacht en angst of verdriet waarin we soms nog niet zover zijn om daarbij te kunnen. Als we te lang boos blijven op onszelf of op iemand anders, dan vreet dat aan ons en krijgen we op de lange termijn fysieke klachten.

 

Boosheid geeft ons dan de kracht voor een kort moment en schrikt de ander af. Ook helpt het om beter te presteren. Maar soms loopt de boosheid uit de hand en zijn we veel vaker en langer in de boosheid hangen. Het gebeurt dan ook vaak dat je problemen krijgt met relaties of op je werk.

​

Wil jij leren hoe jij je gedragsverandering kun realiseren ten aanzien van   boosheid en hoe je dit op een veilige manier tot uiting kunt brengen? Maak dan nu een afspraak met Jonny!

​